Paniek in de cadeautjesfabriek
De Kerstman is in de cadeautjesfabriek. Hij weet niet
waar de cadeautjes zijn. De Kerstman ging zoeken en zoeken. Hij was zo moe dat
een elf ging zoeken. De Kerstelf was ook moe. En het is vandaag Kerstmis. De
Kerstman en de elf gingen kei hard zoeken. Het was nacht. Kerstmis ging toen
niet door. De kinderen zongen en zongen. De Kerstman ging ook zoeken. Maar de
Kerstelf was ook aan het zoeken. De Kerstman had de cadeautjes gevonden.
Van Armin
Kerst in de jungle
De Kerstman was verdwaald in de jungle. Hij wilde in elk
land reizen . Hij had en zwijn gestolen maar hij wilde dat eigenlijk niet. Hij
ging 30 minuten reizen en toen kwam hij een jungle tegen. Toen was hij
geschrokken. Hij wilde snel weg maar hij moest wel het zwijn stelen. Maar het
zwijn was de hele tijd bij de Kerstman. Maar het was nacht en hij moest in een boom klimmen. Toen was het de volgende
dag .Het zwijn was weg. Hij keek beneden
maar hij was daar niet. Opeens zag de Kerstman het zwijn maar hij ging reizen. Hij was in Nederland.
Toen kwam hij op de Noordpool.
Van Berke
De piek is kwijt
Nienke is de piek kwijt geraakt. Het was een gouden piek.
Ze was heel erg verdrietig. Want hij is heel oud. Nienke zoekt op zolder, in de
huiskamer en boven. Ze zoekt heel goed beneden en boven. Ze moet heel erg
huilen. Maar ze blijft zoeken. Ze moet de piek vinden. Ze was al een uur aan
het zoeken. Maar ze gaf het niet op. Ze
was heel moe, want het was al laat. Ze wou gaan slapen. Maar ze moest de piek vinden. Ze bleef zoeken. Het was al 8 uur. Als ze de
piek niet vond, werden haar vader en moeder boos. Maar die kwamen pas laat
thuis. Pas om 2 uur ’s nachts. Ze ging op de bank zitten. Toen zag ze een doos onder de tafel. Ze keek er in. Toen zag ze de piek in de
doos. En ze zette hem op de kerstboom.
Van Ellen
De piek is kwijt
Elna heeft met haar vriendin in huis een kerstboom opgezet.
Haar vriendin heet: Roos. Elna gaat slapen, maar de volgende dag is de piek
kwijt! Misschien heeft de Kerstman de piek gestolen of een boef, zegt Elna.
Maar Roos zegt: Waarom vind je het zo erg dat de piek kwijt is? Elna zegt: Het
was heel speciaal en belangrijk omdat die heel veel waard is en het was van
mijn oma en die is nu dood. Elna zegt: We gaan op zoek naar de piek! Roos zegt:
Hoe bedoel je we? Ik ga niet mee! Hoezo niet?, zegt Elna. Roos zegt: Ik kan
niet want ik moet de hele maand naar mij oma Bep voor iets. Elna zegt: Oké ik
ga dan wel alleen. Elna gaat zoeken en zoeken. Ze komt een boer tegen en zegt:
Heb jij een gouden piek gezien? De boer zegt: Ja, hij rolde naar
de zee. Oké, bedankt boer, zegt Elna. Elna gaat naar de zee. Ze zoekt en ze
zoekt maar Elna heeft nog niks gevonden. Maar opeens ziet Elna een kleine
heuvel. Misschien zit daar wel de piek, zegt Elna. Ze gaat zoeken en ze ziet
iets! Het is de piek, zegt Elna. Ze pakt het en ze neemt het weer naar huis. Ze
is net op tijd in huis want de pappa en mamma willen niet dat Elna uit huis
gaat. Ze zet de piek weer op de boom. Nu heeft Elna gelukkig geen huisarrest
gekregen. Fijne feestdagen en een gelukkig nieuwjaar.
Van Elna
De piek is kwijt
De Kerstman heeft de Kerstboom gezet met bovenaan de piek
in het huis van de Kerstman. De Kerstman gaat pakjes brengen. Hé, waar is de
piek gebleven ? Hij zoekt en zoekt maar verder. Maar hij ziet de piek niet. Nu
is de Kerstman in paniek. Hij weet niet dat een inbreker dat heeft gedaan. Hij
gaat naar buiten. Hij zoekt daar ook maar hij ziet daar ook niks. Hè? Het
begint te sneeuwen, maar hij zegt dat maakt niks uit voor mij. Ik moet de piek
vinden. Hij zoekt weer, maar hij ziet hem niet. Hij gaat naar het dorp . Hij
gaat naar de mensen toe . Hij zegt tegen de mensen: Hebben jullie een gouden
piek gezien? Maar niemand heeft de piek gezien. Hij gaat zielig naar huis toe
maar de piek staat er ook niet meer. Hij gaat op de bank zitten. Hij gaat nu
lekker tv kijken. Hé! Wat hoor ik daar? Hij gaat stiekem naar de keuken. Oh!
Daar is niemand. Hij gaat naar boven en hij ziet daar iets zwarts. Hij kijkt
allemaal in de kast. Dat is een inbreker! Met de piek! Hij heeft de inbreker
vast en hij pakt de piek af en zegt
tegen de inbreker: Ga weg! En de Kerstman is weer vrij.
Van Esma
De
Kerstman heeft slee-pech
De Kerstman
was op weg naar Nederland. En toen gingen ze plotseling tegen een steen aan. En
toen ging de slee kapot en er zit een groot gat in de voorkant. En de pakjes
lagen uit de slee en op de grond. De Kerstman ging van de kapotte planken de
slee weer maken. En toen was de slee weer gemaakt.
Van Jens
De Kerstelf is verliefd
In het huis van de Kerstman is een elf verliefd. Maar de
andere elf is niet verliefd op hem. De elf gaat een gedicht schrijven voor
haar. Hij is heel verliefd op haar. Hij hoopt dat ze het leuk vindt. Maar de
elf vond het niet leuk. Hij vond het niet leuk dat ze het gedicht niet leuk
vond. Dus hij ging een dansje voor haar doen. Maar dat vond ze ook niet leuk.
Ze vond het wel leuk dat hij zichzelf is. Maar daar hat de elf niet aan
gedacht. Maar toen heeft hij gehoord dat hij zichzelf moest zijn. Dus hij gaf
een doosje met bonbons en bloemen. Dat vond ze wel leuk. Toen gingen ze samen
bij een restaurant eten. Ze pakte allebei hetzelfde gerecht. En ze wilde met
hem trouwen. Ze gingen een trouwjurk kopen. En toen gingen ze trouwen.
Van Eva
De boze Kerstman
Op de noordpool woont de Kerstman. Op een dag ging de Kerstman
met zijn slee ergens naartoe en toen wilden ze gaan landen. Het landen ging
niet goed want ze zijn neergestort en nu
is de Kerstman boos op zijn rendieren .En toen moesten ze naar het ziekenhuis.
En toen moesten ze geopereerd worden. En toen waren ze klaar met de operatie en
konden ze eindelijk weer naar huis. De slee was nog kapot en werd gerepareerd
en toen konden ze weer verder en konden ze weer cadeautjes brengen.
Van Jelte
De Kerstman betrapt de inbreker
In de Kerstman zijn huis is ingebroken. De Kerstman zocht
een cadeautje in zijn huis. Maar het cadeautje wiebelde. Maar hij moest echt
naar buiten dus hij ging naar buiten. Drie dagen later kwam hij weer thuis,
maar hij ging werken. Daarna ging hij pas naar beneden en toen hij klaar was
ging hij naar beneden en toen ging hij naar het cadeautje en het was maar speelgoed.
Hij ging weer naar boven en even drinken en chocoladesnoepjes eten, maar de inbreker ging
weer ergens anders verstoppen. Achter het cadeautje en de Kerstman zegt: Je
bent betrapt en nu ga je naar de politie. Je gaat in de gevangenis.
Van Kaan
De kerstelf is verliefd
De jongetjeself is verliefd op een meisjeself en ze
wonen in een stal. De jongetjeself zei: Wil je met mij trouwen? Toen zei de meisjeself: Nee! Ik wil niet met
je trouwen. En toen ging de jongetjeself
een mooie ring kopen voor de meisjeself. En toen gingen ze trouwen en ze hadden en
kindje en ze heet Zoë. En nog een kind
en hij heet Jarno. En ze hadden nog een kind en zij heet Jera. En nog een kind
en hij heet Jave . En ze hadden nog en
kind en hij heet Jerel. En nog en kind en hij heet Nick.Van Kai
De Kerstman heeft slee-pech
In het dorp woont de Kerstman. Gisteren was het gebeurd. De Kerstman zit in de slee. Oh nee, de slee is kapot door een dikke tak. En toen was die neer gestort. En dan moest hij de slee duwen en dat duurde heel lang. En toen kwam hij pas thuis. Hij gaat om drie uur ’s nachts. Hij zei tegen zijn hulpje: Waar is mij reserveslee met geiten? Hij ging weer naar het dorp. En toen kon hij weer vliegen. En toen kwam hij allemaal cadeautjes brengen. En hij kwam bij een iemand erbij zitten.
Van Nathan
Wimpie de Kerstelf
Het was al bijna Kerstmis en de Kerstman wist dat er een nieuwe leerling zou komen en de bel ging.
Hij keek door een kiertje en hij zag een klein jongetje. Hij liet hem meteen
binnen en het jongetje zei: hoi Kerstman.
En de Kerstman zei: hoi, hoe heet je?
Hij zei: Wimpie. Hoi Wimpie, ik zal je door mijn huis leiden. Oké zei Wimpie. En
ze gingen eerst naar de pakjeskamer. Cool zeg, ik voel me hier nu al thuis, zei
hij. Oké, wil je wat te eten? Ja, zei Wimpie. Kijk dit is mijn vrouw, ze heet Kertslinetje.
Ik wil graag een pannenkoek. Oké, hij is
wel super druk hè? Ja wel een beetje. Misschien moet ik hem rustig maken. Ja
dat ga ik maar eens proberen, veel succes. Wimpie, ik heb gemerkt dat je een beetje druk bent dus ik wil je leren
je rustig de maken. We gaan beginnen je even te laten slapen. Ik denk een
kwartier later….. Oké, ja wat gaan we nu
doen? Ooonee, het is niet gelukt. We
gaan iets anders doen. Misschien buiten spelen. Even later…. Gaan we nog iets doen? Alweer niet! En zo
ging het maar door. Maar die ene dag toen had hij het gevonden. Het was taart
en hij was nu de rustigste kertself
ooit.
Van Beike
De groene neus van Rudolph
Er was eens een rendier die heette Rudolph. Rudolph was een rendier van de Kerstman. Maar
op een dag werd Rudolph ziek, maar hij wist zelf niet waarom hij een groene
neus had. De Kerstman zette Rudolph snel in de stal. Maar de Kerstman kwam niet zo vaak bij
Rudolph. Alleen voor eten. Maar Rudolph
voelde zich alleen. Rudolph keek elke
minuut naar zijn neus. Want Rudolph vond het echt niet leuk dat hij een groene
neus had. Rudolph dacht eindelijk de Kerstman is er. Maar na twee weken was
Rudolph weer helemaal de oude geworden.
Van Vienna
De Kerstman betrapt een inbreker
Het was heel druk op de Noordpool. De elfjes waren heel druk met inpakken van de
cadeautjes. Een paar elfjes waren de rendieren aan het klaarmaken voor de lange
reis. De rendieren hadden het hele jaar geslapen, om snel te komen bij alle
huizen. Toen alles al klaar was konden ze vliegen. Helaas konden ze de grote
kerstbal niet vinden. Want zonder de grote kerstbal kunnen de rendieren niet
vliegen. De hulpelfjes zochten de hele Noordpool af. Toen ze bij het laatste
huis waren lag die daar ook niet. Ze waren heel erg boos, al dat werk voor
niets. Maar toen zei het slimste elfje: Maar we hebben nog niet in de kamer van
de Kerstman gekeken! De Kerstman ging heel snel kijken bij zijn kamer en ja
hoor de grote kerstbal lag daar nog. Dus toen de grote kerstbal op zijn plaats
lag konden ze weer vliegen. Alle elfjes gingen de Kerstman en de rendieren uitzwaaien.
Ze waren aan het vliegen. Ze waren al bijna de hele wereld door. Maar ze hadden
nog maar een land niet gehad en dat was Nederland. De Kerstman vloog er snel
naartoe, want de nacht was al bijna voorbij. Eindelijk was hij er. Hij had al
bijna alle huizen gehad, hij moest nog maar één huis. In dat huis woont Niels
met zijn familie. De Kerstman pakte de laatste
zak met cadeautjes. Deze zak was voor Niels en zijn familie. De Kerstman ging
heel snel zijn geheime steen pakken. Want met deze steen kon hij alle deuren
open doen. Hij moest alleen drie keer op de deur tikken en de deur was open.
Dus hij ging naar binnen. Toen hij binnen was hoorde hij iets vallen: PATS. Hij
was heel erg geschrokken. Maar hij ging toch verder. Hij ging naar de keuken. Hij
zag iemand lopen. Hij ging snel achter hem aan want hij ging naar de woonkamer.
En ja hoor het was een dief! De Kerstman wist niet wat hij moest doen. Maar
opeens had hij een idee. Hij pakte een touw. De Kerstman wilde hem vast maken
met het touw. Maar hij moest wel snel zijn want de dief was niet meer thuis! De
Kerstman ging heel snel naar buiten en gelukkig was hij er nog. De Kerstman
pakte de dief vast en maakte de dief vast met het touw. De dief kon niet meer
weglopen want hij was vast gemaakt aan een boom. Op de grond bij de dief stond:
Dit is de dief die jullie zoeken! Toen de dief was vast gemaakt ging de Kerstman
nog heel snel naar binnen, want hij moet nog cadeautjes onder de boom leggen
want dat was hij bijna vergeten. En ook deze keer was alles gelukt. En ook
Niels was blij.
Van Zuzia
Kerst in de jungle
De dieren waren druk bezig met pakjes. De Kerstman roept: kijk een nieuw dier. Het
was een muis . De olifant schrok. En hij was bang. Hij rende weg en de dieren
schrokken. De dieren werden wild en letten niet op de pakjes. Ze waren overal.
De Kerstman schrok en roept: stop. De dieren
stoppen en ze waren weer rustig. De dieren zoeken de pakjes. De pakjes
waren overal: in het water, in de bomen, onder de stenen. Toen de pakjes terug
waren kon kerstavond beginnen. De dieren gaan weer beginnen.
Van Coen
De elf vindt een tikkend cadeau
Bij de Kerstman thuis stond een cadeau. De elf had
ontdekt dat er een cadeau stond. De elf keek goed naar het cadeau. Maar wat nu?
Het cadeau tikte. De elf dacht dat er een bom in zat. De elf was bang en
schrikt heel erg van de bom. De elf riep naar de Kerstman en zij: kom eens! Toen
ging het cadeau open. De elf schrikt en de Kerstman ook. Toen kwam een pootje
uit het cadeau. Toen kwam er een klein hondje uit. De volgende dag stond er een
meisje voor de deur en zei verdrietig: ik ben mijn hondje kwijt. Toen zei de
Kerstman: hoe ziet zij er uit? Het meisje zei: bruine vlekken en witte haren. De
Kerstman zei: ja hoor die heb ik wel voor jou. Toen zei de Kerstman: kom maar
binnen. Het meisje liep naar binnen. Toen zei hij: hier, de hond voor jou. Het
meisje werd blij en ze liepen naar huis toe. De Kerstman zei: pff dat is ook
weer klaar. De elf sliep al. Toen maakte de Kerstman haar wakker. De elf werd
wakker. De Kerstman zei: het is avond, tijd om naar bed te gaan. Het is nog
lang, gelukkig en een fijn kerstfeest.
Van Faya
Kerst in de jungle
Kerst in de jungle
Het was 2050 in de jungle en het was kerst. Alle dieren
kregen cadeaus. Maar de apen stolen alle
cadeaus van alle dieren en de Kerstman was daar niet blij mee. Alle dieren waren
verdrietig en de Kerstman ook. De volgende dag zette hij een advertentie in de
krant. Hij vroeg alle dieren hem mee te helpen. Alle dieren wilden mee
helpen. En allemaal gingen ze op pad. Ze
kwamen met z’n allen bij de apen. De apen hadden alle cadeaus al uitgepakt. De Kerstman
was heel boos. En de dieren waren ook boos. De Kerstman bedacht een plan. Het
plan was: hij ging de cadeaus pakken en de dieren gingen hun afleiden. Het plan
was geslaagd. Maar de apen waren er niet blij mee. Maar de dieren waren al verhuisd en ze leefden nog lang en
gelukkig.
Van Jesse
De Kerstman heeft slee-pech
Het sinterklaasfeest is voorbij. En kerst komt al weer
dichtbij. En nu is het zo ver, het is
kerst. Op de Noordpool is de Kerstman nog druk bezig met cadeautjes inpakken. Hij
moet er nog wel duizend. En zijn slee moet hij nog mooi goud verven. En de
rendieren moet hij ook nog voeren. En in Nederland verheugen de kinderen zich
heel erg op het feest. Maar de Kerstman heeft een cadeautje vergeten te maken
en die was voor Sander. En de mensen in Nederland hebben allemaal de kerstboom
al staan. En die zijn allemaal al versierd en de tuinen zijn ook mooi versierd.
De Kerstman bedacht zich ineens dat hij een cadeautje vergeten was. En hij
zocht de hele speelgoedfabriek door en hij vond het bij de openhaard. En het
laatste pakje pakt hij mooi in. En de Kerstman is heel blij want hij wilde niet
dat Sander ging huilen. En nu gaat hij alle pakjes in de grote zak doen een
voor een . En eindelijk is die klaar. En nu gaat hij de zak in de slee doen. En
hij gaat de rendieren halen en dan maakt hij ze vast aan de slee. En hij stapt
zelf ook in de slee. En hij trekt aan de teugels .De rendieren beginnen te
rennen. En de slee gaat vliegen. En ze zijn net onderweg als de slee kapot
gaat. En ze storten neer. En de Kerstman stapt uit de slee. En hij maakt de
slee weer. En gelukkig zijn de pakjes niet beschadigd. En nu kan hij veilig
naar Nederland. En gaat het feest toch nog door. Een heel gelukkig kerstfeest.
Van Sander
De gouden piek is kwijt
Thuis in Dongen woont Ben Botermans. Het is 24 december.
En hij wou op een dag de kerstboom neerzetten. Hij had alles al neergezet toen
hij er achter kwam dat de piek weg is.
Hij zei het tegen zijn moeder. En toen gingen ze samen zoeken naar de piek. Ze
konden de piek niet vinden .En toen gingen ze in het bos een kijkje nemen. Ze
zagen een vos en een egel maar geen piek. Ze liepen verder. En eindelijk vonden
ze de piek onder een hoop sneeuw.
Van Wessel
Kerst in de jungle
De dieren in de jungle wachten op de Kerstman met
cadeautjes. De Kerstman is er met de cadeautjes. O nee! De 2 apen pakken de
cadeautjes af. Ze rennen weg. De volgende dag gaan de dieren zoeken met de
Kerstman. Maar de dieren kunnen de 2 apen niet vinden. De apen rennen de jungle
uit. Ze zijn de jungle weer uit. Ze zijn bijna bij de grot waar de cadeautjes
moeten liggen. De nep Kerstman pakt de cadeautjes uit. De nep Kerstman
schrikt van alle pieken. De Kerstman zegt:
alleen maar pieken? De 2 apen zeggen : dus zo’n saai cadeautje kregen
wij . Ze pakken het in. De apen gaan terug naar de jungle. De dieren gaan terug
naar de jungle. De apen geven de cadeautjes terug aan de dieren. De Kerstman
zegt tegen de apen : dit mogen jullie niet meer doen. Iedereen pakt een
cadeautje . Ze zeggen allemaal een piek.
Van Roos
Het kerstverhaal
Maria zat op het ezeltje. Jozef liep ernaast. Het werd al
een beetje donker dus ze hadden een beetje haast. Ze gingen naar Bethlehem. Maar ze zeiden het
spijt ons zeer, wij hebben helaas geen slaapplaats meer . Ze liepen verder maar
Maria voelde zich niet lekker want het
kindje kwam! Jozef maakte een kribbe waar Jezus in kon liggen. De drie koningen
kwamen op bezoek. Ze speelden muziek
voor Jezus. De herders kwamen ook met de schapen. De engel zei het tegen
de herders.
Van Silke
De boze Kerstman
De boze Kerstman
De Kerstman woont op de Noordpool. Je weet dat de
Kerstman een lief mens is. Maar de Kerstman was deze ochtend heel erg boos. Hij
vernielde alles. Zelfs de speelgoedfabriek. Alles was kapot . De
kerstvrouw was niet op de Noordpool . De
kerstvrouw was op vakantie. Ze kon de Kerstman niet opvrolijken . De Kerstman
was niet te stoppen. De kerstelfjes waren doodsbang. Ze doken achter een
ijsberg. Maar de Kerstman zag hen toch. En de Kerstman maakte de ijsberg kapot
en toen hij ze zag, dacht hij: waar ben ik mee bezig? En hij maakte alles weer
heel. En het was een heel gelukkige kerst .
Van Djenna
De Kerstman betrapt de inbreker
Het gebeurt in de Kerstman zijn huis. Het was 15 december.
Op die avond ging de Kerstman naar boven
en toen trok hij zijn pyjama aan. En toen ging hij slapen, maar midden
in de nacht hoorde hij iets. Het waren de cadeautjes. Hij durfde niet de trap
af en toen ging de deur dicht. Maar toen ging de Kerstman kijken en toen zag
hij dat de cadeautjes weg waren. Die kan ik wel vinden voor vanavond voor de
kinderen en toen ging de Kerstman op missie. De boef was al lang weg dacht de
Kerstman, maar toen hoorde hij de cadeautjes. Hij ging rondkijken maar hij zag
niks. Hij zag de zak met cadeautjes staan. Hij rende naar de cadeautjes maar
net rende de boef weg. Hij keek nog eens rond maar hij zag weer niets. Hij liep
heel zachtjes maar toen zag hij dat de dief op het dak zat. Maar toen zij de Kerstman: ik wil graag mijn cadeautjes. Maar de boef
zei: nee de cadeautjes zijn voor mij. Maar toen belde de Kerstman de politie. Hij zei: een boef
heeft mijn cadeautjes gestolen. Toen zei
de boef opeens: oké ik geef je cadeautjes
terug. Yes, zei de Kerstman. De boef zei: ik ga wel naar de gevangenis. Maar
de Kerstman zei: ik ga er voor zorgen dat je niet naar de gevangenis hoeft. En
toen waren ze weer vrienden. En toen zei de Kerstman: jij krijgt gewoon cadeautjes.
Bedankt, zei de boef. Maar de Kerstman vroeg: hoe heet je? Wie ik? Ja! Ik heet
Henk. Ik heb weinig geld. Ik ben arm. Ik heb geen vrouw en ook geen kinderen. Oh,
dat vindt de Kerstman zielig. Hij zei: wil je bij mij gaan wonen? Mag dat echt?
Natuurlijk, zei de Kerstman, anders vraag ik het toch niet. Henk wat kan ik dan doen? In jouw huis? In
mijn huis ja. In jouw huis, dat is zo groot dat je daar altijd iets kunt doen.
Van Sena
Geen opmerkingen:
Een reactie posten