donderdag 3 november 2016

Taalles: gedicht met rijm schrijven

Tijdens de taalles mochten de kinderen voor het eerst een gedicht met rijm schrijven. De bedoeling was dat het een gedicht van 6 regels (of meer) was volgens het volgende schema:
- Regel 1 en 2 rijmen.
- Regel 3 en 4 rijmen.
- Regel 5 en 6 rijmen.


Hieronder kunnen jullie enkele gedichten lezen:




Het konijn

Mijn konijn heeft heel veel pijn.
Hij is heel klein.
Hij is een acrobaat.
Het konijn doet je geen kwaad.
Ik vind het konijn heel lief.
Het konijn is een hartendief.

Van Djenna



Een konijn die ziek is

Ik heb een konijn en die heet  Moniek.
Ze is heel erg ziek.
We gingen naar het ziekenhuis.
De dokter legt het konijn in een buis.
Daar kijken ze wat voorziekte hij heeft.
En hij beeft.


Van Ellen



Handbal

We hebben een sporthal.
En daar spelen we handbal.
Ik gooi de bal op goal.
En dat doen we ook op school.
Ik zit in een goed team.
En ik heb een mooie riem.

Van Eva



Mijn konijn

Ik heb een konijn.
Hij is zo fijn.
En Punkie is zijn naam.
En ik zie hem voor het raam.
Hij houdt van knagen.
Maar hij kan niks dragen.

Van Jens



Mijn hond is ziek

Mijn hond is ziek.
Zij heet Moniek.
En ik ben in paniek.
Een het is heel triest.
Want zij piest.
Want het is snoezig.
En het is droevig.

Van Kai



Voetbal

Ik heet Khalid en ik zit op voetbal.
En ik speel heel vaak met de bal.
En mijn trainer heet Dominique.
En nog de andere heet Yannick.
En mijn vriend.
Heeft een beker verdiend.

Van Khalid




Mijn fiets

Mijn fiets is kapot.
Hij lijkt op een mot.
Hij gaat naar huis.
Naar Pluis de muis.
De fietsenman maakt de fiets.
Maar hij doet niets.

Van Nathan



Olifanten slachten

De olifant rent rond.
En hij valt in de stront.
Hij wordt dood geschoten.
Van de slagtanden maken ze pepernoten.
De slagtanden worden ook verkocht.
Ik heb er ook een gekocht.

Van Roos



Hond

Wij hebben een hond.
En dan gaat hij op zijn mond.
De hond is lomp.
Hij geeft mij een stomp.
De hond is groot.
En hij springt in de sloot.
De hond is lief.
En hij is sportief.
En hij springt.
En hij drinkt.

Van Sena



Mijn lieve poes

Mijn poes.
Heet Ninoes.
Ze wil zachte brokjes eten.
Maar dat ben ik vergeten.
Dan gaat ze naar de kattenbak.
En dan gaat ze  op het dak.

Van Silke



In de zomer

Bij de groentewinkel ging een bel.
En de bel ging snel.
En in mei  vliegt er een bij.
En in mei leggen alle vogels een ei.
Er liggen schapen in het gras.
En de andere doen de was.

Van  Vienna



Poes

Er was eens een reus.
Zijn naam is Teus.
Hij heeft ook een poes.
Zijn naam is Appelmoes.
De poes houdt van perzik.
Maar daarvan wordt hij heel dik.

Van Zuzia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten